door Johan van Wolfswinkel
Het orgel van de Nieuwe Kerk te Katwijk aan Zee is wel niet zo oud als de orgels in de Vredeskerk en Dorpskerk, maar 157 jaar is toch een eerbiedwaardige leeftijd. Johan Daniël Nolting was in 1822 de bouwmeester. Zijn front glanst nog in alle pracht. Maar het orgel is vaak ernstig ziek en is het vandaag weer. Artsen knapten het dan op, zodat het weer een jaar of wat mee kon. Twee van hen verrichten operaties. Vooral de tweede greep diep in. Deze chirurg haalde de ingewanden uit en stopte er veel meer in. Toen hij klaar was, lag alles door elkaar. Maar te horen was dit niet. Het orgel scheen veel rijker geworden, al was het verband tussen front en interieur verdwenen. Jarenlang ging het goed, maar de (vaak vermaarde) concertgever klaagden wel over een te luie aanspraak. De oude kwalen kwamen terug. Nu is de 157-jarige opnieuw een patiënt, die de hulp van de bekwaamde heelmeesters dringend behoeftige. Wellicht nemen dat tegelijk de luiheid weg en maken ze de oude Nolting weer vitaal en vermaard. Hier volgt zijn historie.
Nijmeegse Dominicanen 1885 op de moderne toer afgedankt Nolting-orgel voor een kopje naar de Katwijkse Nieuwe Kerk
Het blijde bericht
…,, Vervolgens wordt door Ds. Van Maasdijk eene fotografie ter tafel gebracht en een schrijven gelezen over een orgel dat te Nijmegen uit eene catholieke kerk te koop zou zijn. Waarna besloten wordt, dat aanstaande Donderdag Ds. Van Maasdijk met eene deskundigen en den Heer Jesse tot onderzoek daarheen zouden gaan’’. (Uit de notulen betreffende de vergadering van H.H.Kerkvoogden, de Heeren L.A. van Mels, H.J. Jesse en H.W. Kok, architecten te Leiden, den 10den Februari 1885 in de zaal).
…,, Van Ds. Van Maasdijk heden het verblijdend bericht, dat Zijne Eerstwaarde het orgel, waarvoor in de laatsvoorgaande vergadering eene commissie, had gekocht voor ƒ2000,-, te voldoen 1 September a.s. Door den Heer Maarschalkerweerd, orgelmaker te Utrecht, was opgedragen het voor ons daar af te breken en later in onze Nieuwe Kerk geheel in order weder op te rigten, welker kosten niet meer dan ƒ1000,- á ƒ1500,- zouden bedragen’’. (Uit de notulen betreffende de vergadering van H.H. Kerkvoogden en den Heer L. A.van Mels, den 18den Februari 1885, des morgens 8 ¾ uur in de zaal).
*De Nieuwe Kerk in Katwijk in aanbouw omstreek 1886
Ter nadere informatie diene, dat de vergaderingen van de H.H. Kerkvoogden in die tijd werden voorgezeten door de president L. van der Plas B.zoon en dat als secretaris D. van Duijvenboden fungeerde.
Met de genoemde transactie door dominee Van Maasdijk ging dus (op papier) het Nijmeegse Nolting-orgel, toen reeds ruim 62 jaar oud, zijn tweede levensperiode (in de Katwijkse Nieuwe Kerk) in. In feite zou het nog wel een paar jaar duren eer het zover was.
De heren Kerkvoogden, met hoofden en harten vol van de nieuwe kerk kerk, die zou verrijzen, konden voor het moment tevreden zijn. Met had een jonge man, H.J. Jesse uit Leiden, over wie, alleszins gunstige informatie’’ was ingewonnen, tot architect benoemd en weldra zou aan de firma Jacob Trindhamer te Schiedam, de bouw ƒ78,788,- worden gegund. Ook ten aanzien van deze aannemer vielen de informaties, alleszins gunstig’’ uit. Kortom van de dreigende wolken, die nog in hetzelfde jaar de gelukszon dreigden te verdonkeren, was nog geen vlekje als eens mans hand te bekennen. Men had zicht intussen niet afgevraagd of het wel zo verstandig was voor een nieuwe kerk een 62-jarige orgel aan te kopen. Een orgel, waarvan men maar moest af wachten of het nog deugdelijk en vitaal genoeg was en of het geluid wel paste in de vreemde nieuwe ruimte . De heren Jesse en de,, deskundige’’ (denkelijk de Oude Kerk-organist Arie Kres), op onderzoek uitgezonden, hadden het blijkbaar in Nijmegen wel goed gevonden of waren daar althans omgepraat. De heren kerkvoogden waren intussen al lang blij. Ze kregen voor het (zelfs in die tijd) heel bescheiden prijsje van ƒ2000,- )plus dan nog ƒ1000,- á ƒ1500,- voor de opstelling ) een orgel met een luisterrijk front in bezit. Slechts een kniesoor zou zich dan nog, curieuslijk , met wat er achter stak kunnen bemoeien. Als het de psalmzang maar kon begeleiden, was het wel in orde.
Het is beslist niet waar, wat later wel gezegd en geschreven is, dat de kerkvoogdij, vanwege het faillissement van de insolvente aannemer, in geldnood geraakt, wel een goedkoop tweede hands kerkorgel móést kopen. Het was namelijk reeds aanvaard voordat er bij Trindhamer nog een financieel vuiltje aan de lucht te bekennen viel. Men vond een orgel denkelijk niet belangrijk genoeg om er veel geld aan te besteden. En het front was toch mooi!
Nijmegen
Het Nieuwe Kerk-orgel was afkomstig uit de Nijmeegse Dominicaner-kerk, gewoonlijk Broederen- of Broerekerk genoemd. In 1794 hadden de Franse sansculotten de kerk kapotgeschoten. Ook het orgel ging in het geweld ten onder. Toen de Franse ratten voorgoed hun matten hadden gerold en er weer wat geld in de spaarpot was, lieten de paters een nieuwe kerk bouwen. Simpel, met een klein torentje, zoals het sobere kloosterlingen betaamde. Men ziet dat armoede-ideaal nog altijd af aan de Broerekerken in Zwolle, Kampen en Zutphen.
De broeders bestelden vervolgens een orgel bij de niet onvermaarde bouwer Johan Daniel Nolting, uit het Duitse Emmerich. Het werd in 1822 ingewijd. Wie wil weten hoe het eruitzag, stappe de Nieuwe Kerk aan de Voorstraat in en aanschouwe Noltings fraaie, door het nageslacht nog eens extra opgepoetste creatie. Uiterlijk is er in die 157 jaar niets aan het front. Aan de tegenwoordige speeltafel-ter-zijde heeft Nolting geen schuld. Over wat er achter zat en, na twee operaties, zit, praten we nog.
*De kerk omstreeks 1930, luchtfoto
In die tachtiger jaren kregen de, altijd zo eenvoudige Dominicanen, onder invloed van de neo-gotische bouwstijl, het hoof in het hoofd. Hun kloosterkerk moest worden aangepast bij de nieuwe mode van Cuypers, die massa-en ruimtewerking voorstond. Zo werd de Broerekerk in die grootste stijl verbouwd en er kwam een hoge toren op. In deze omgeving, waar het rijkse roomse leven kon opbloeien, paste het oude Nolting-orgel niet meer. Bij de bouwer-van-de-nieuwe tijd, de Utrechtse firma Maarschalkerweerd, werd een nieuw orgel besteld en Nolting moest maar verdwenen. In vroege eeuwen had men het nooit zo nauw genomen. Toen misstond een barok-of classicistisch orgel niet in een gotische kerk.
In Duitsland gingen de puristen nog veel drastischer te werk. Een berucht voorbeeld is het verwijderen van Bachs orgel uit de Leipziger Thomas-Kirche, om er een neo-gotisch voor in de plaats te zetten. Achteraf gezien was het maar goed dat het Nolting-orgel naar Katwijk werd afgestoten. Bij de luchtaanval van 22 februari 1944 op de binnenstad van Nijmegen werden Broerekerk en Maarschalkerweerd-orgel zwaar beschadigd en, hoewel restauratie wellicht nog mogelijk was geweest, later afgebroken.
*Interieur Broerenkerk omstreeks 1930
Johann Daniel Nolting
Johan Daniel Nolting was, zoals reeds opgemerkt, in de eerste helft van de 19de eeuw niet onvermaard. Hij werkte ouderwets-degelijk, nog in de stijl van de gevorderde barok-vakgenoten. Nolting, die in Nederland op veel meer bestelling had gehoopt, was hier blijkbaar niet zo gewild. Zijn werkstukken hier te lande zijn gauw opgesomd: Vianen (R.K. 1809), Driebergen (R.K. Genderingen (N.H., 1840) , Zeddam (St.Oswaldus, 1843), Gorkum (Lutherse Kerk), ’s-Hertogenbosch (N.H.) Katwijk (Nieuwe Kerk, 1822). De Noltings-orgels hebben (of hadden) alle een geweldige klankkracht en een helder volwerk, getuige bijvorbeeld het, nog geheel intact gebleven instrument in de Hervormde Kerk van Genderingen. Toch bezit dit maar één klavier en mist het een pedaal. Flentrop heeft het gerestaureerd. Het Katwijks orgel is allerminst intact gebleven. Hier volgt eerst de oorspronkelijke dispositie; dan kan de geduldige lezen later vergelijken.
Hoofdwerk:
bourdon 16’
prestant 8’
holpijp 8’
viola di gamba 8’
octaaf 4’
fluit 4’
quint 3’
octaaf 2’
mixtuur 5-sterk
fagot 16’ (bas-en discant)
trompet 8’ (bas-en discant)
Positief (onderwerk):
prestant 8’ (discant)
bourdon 8’
prestant 4’
fluit 4’’
quint 3’
octaaf 2’
fluit 2’
mixtuur 3-sterk
kromhoorn 8’
vox humana 8’
Pedaal:
aangehangen, te koppelen aan hoofd en positief.
Het ,,positief’’ zit tegen het front aangedrukt, de speler zat achter orgel, dus niet tussen front en ,,rug-positief’’, en bespeelt het positief vandaar uit. Tegenwoordig bevat het orgel niet meer de aangegeven registers. Van Leeuwen heeft in 1948 alles kris-kras door elkaar gehaald.
*Interieur Nieuwe Kerk Katwijk omstreeks 1900. Het orgel nog in orginele staat.
*Dit artikel uit 1979 is geschreven door muziekhistoricus Johan van Wolfswinkel
*Foto Nieuwe Kerk in aanbouw omstreek 1886 © Fotograaf W. van Beelen, Collectie Katwijks Museum
*Foto Broerenkerk Nijmegen luchtfoto en interieur ©Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
*Foto interieur Nieuwe Kerk orgel 1900 © Fotograaf W. van Beelen, Collectie Katwijks Museum